Karimunjawa, een paradijs in de Java zee
Na het bijzonder geslaagde weekend was die maandag een rustig dagje. Voor het officieel indienen van het onderzoeksvoorstel, rondde ik de laatste dingen met Morita af. Aangezien het nu verder afwachten is, gaan we verder op de toeristische tour. Lukas is als enige van de Oostenrijkse groep nog niet teruggevlogen, hij heeft nog een maand reizen ingepland. We komen tot het plan om samen naar Karimunjawa te gaan, een eiland zo'n 90 km ten noorden van Java. Het is het begin van zijn reis en voor mij is het vakantie.
Dinsdagochtend vroeg op, met bus 1 naar Semarang, met bus 2 naar Jepara. Uit Jepara zullen we de volgende dag met de boot naar Karimunjawa varen. We nemen genoegen met het eerste hotel dat we kunnen vinden, zodat we nog wat tijd hebben om rond te kijken. Daar mogen we de brommer van een medewerker voor de middag huren, zodat we naar het strand kunnen. Eindelijk zwemmen in de zee! Het strand is enorm en geeft een heerlijk tropisch gevoel, met de palmbomen en het witte zand. De eerste keer dat ik hier kan zwemmen in de zee, het water warm en heel zout, maar heerlijk.
Al vrij snel begint de zon te zakken, dus besluiten we terug te gaan. Hier is dan het uitgesproken moment voor mijn brommer-debuut. In Yogya is het zo druk dat ik daar nooit ongedeerd wat zou kunnen oefenen. Hier is het rustig, dus Lukas legt me de basis uit en het moet niet te moeilijk zijn. Ik start de motor, geef een beetje gas. Daar ga ik, heel soepel, totaal gecontroleerd. Om te oefenen besluit ik direct even de rem te proberen. Terwijl ik de handrem aantrek, rolt mijn hand een beetje over het gas. Ik begin te versnellen en verlies de controle, recht op een warung af! Nog harder trek ik aan de handrem en ik plant mijn hakken vol in het zand. Ik kom tot stilstand, met het voorwiel tegen de rieten omheining van de warung, die niet helemaal overeind is gebleven. Hakken in het zand en met een licht verhoogde ademhaling ben ik blij dat ik niet recht door de muur ben gegaan. Lukas is ook niet het paniek type, terwijl hij het hekje weer overeind trekt zegt hij nuchter: ‘well, that was interesting'. Op dat moment legt hij uit dat je beter niet alleen de handrem kan gebruiken, aangezien je daarmee vaak per ongeluk extra gas geeft. Een leerzame les 1.
De volgende dag begint met een bootreis van 7 uur. We ontmoeten een groep Europese studenten die 6 maanden stage lopen in Bandung. Het is een leuke enthousiaste groep, we bespreken de mogelijkheid om samen een trip te doen als we er eenmaal zijn. Voor ons is dat een uitkomst, want een boot en gids huren voor 2 personen is aanzienlijk duurder dan met een groep van 12.
Verder probeer ik wat te slapen op de boot, terwijl ik me steeds minder goed voel.
Eenmaal aangekomen op Karimunjawa vinden we al snel een simpele, goedkope verblijfplaats. Het is echt ‘back to the basics', er is hier geen airco, geen internet en zelf geen stroom tussen 6.00 en 18.00. Dit maakt het geheel eigenlijk alleen maar leuker.
We verkennen het dorpje, eten wat en lopen dan naar de haven. Daar ontmoeten we een heel aardig Canadees stel, Cam en Shanti. We overleggen de plannen en ook zij staan erg open voor een snorkeltrip met een grote groep.
Rond 6 uur hou ik het voor gezien en duik ik in bed. Die nacht ondervind ik voor het eerst het ziek zijn in Indonesië. Reizigersziekte, zeeziekte, zonnesteek of gewoon voedselvergiftiging? Misschien een combinatie, waar ik in ieder geval de hele nacht druk mee ben. Ze hebben hier geen wc-potten en wc-papier. Dus het wordt een snelcursus van de Indonesische toilet-gebruiken.
De volgende dag gaat het langzaam beter. Lukas is met Cam en Shanti op een brommer het eiland en de stranden gaan verkennen. Om 15.00 kom ik uit bed en ga ik opzoek naar wat eten. Een geweldige Soto Ayam is de perfecte opkikker. Daarna gaat het alleen maar beter en de volgende dag plannen we de snorkeltrip met de studenten uit Bandung, Cam en Shanti en twee Indonesische jongens.
We stoppen bij de mooiste, onaangetaste koraalriffen. Talloze vissen en kleuren doen me weer helemaal beseffen waarom ik hier gekomen ben. Ik denk dat er voor mij niet veel mooiers bestaat dan de vrije, grootse, imposante onderwaterwereld. Al snorkelend kan ik me uren vermaken. Maar er staat meer op de planning.
Op een onbewoond eiland maken we vuur en grillen we vis, de perfecte lunch. We zwemmen met ongevaarlijk haaien, wat toch een erg spannend gevoel geeft. Vervolgens is er nog één snorkelstop, voordat we de trip afsluiten met de zonsondergang vanaf het strand. Wat een dag, zo veel gezien, veel nieuwe vrienden gemaakt. De avond is echter nog jong, dus we drinken met de hele groep nog wat biertjes op het grote plein, waar een festival gaande is.
De volgende dag staat duiken op mijn lijstje. Cam en Shanti zijn ervaren duikers, ik heb mijn certificaat, maar verder 0 ervaring. En dan wilde Lukas het graag een keer meemaken en ook twee van de studenten uit Bandung, heel toevallig studenten uit Groningen! Het plan komt moeilijk tot stand en niet iedereen neemt zo snel genoegen met een deal als ik zou doen. Dus uiteindelijk besluiten we pas om 2 uur hoe we het gaan doen. Helaas, moeten de duikspullen dan nog worden klaargezet, gecheckt en bijgevuld.
Uiteindelijk krijgen we om 16.30 de duikspullen, wat betekent dat we nog 1 uur de tijd hebben voor de zon ondergaat. We zetten de spullen in elkaar en proberen snel weg te komen, maar is de duik voor mij meer een herhalingscursus. Cam legt de basis nog een keer snel uit, om toch verantwoord onder water te gaan. Het aantal gespotte vissen blijft rond de tien hangen en koraal is al helemaal niet te vinden rondom de haven. Maar eigenlijk maakt het me niet uit, want ik zie het duiken weer helemaal zitten en kan niet wachten tot ik ergens mijn volgende duik kan maken!
We maken er een mooie laatste avond van en de meeste mensen nemen dan afscheid. Het grootste deel van de mensen neemt die zondagochtend die verschrikkelijk langzame boot terug naar Jepara. Ik heb daar wel genoeg van gezien en besluit de snelle boot in de middag naar Semarang te nemen. Lukas besluit om op het eiland te blijven, hij wil nog meer zien en doen hier.
De laatste ochtend beklim ik de berg op het eiland, voor een laatste blik op het mooie eiland. Dan neem ik de boot om 12 uur, zodat ik die avond rond 21.00 thuis ben. Toch een beetje ‘home, sweet home' in Yogya.
Hier loop ik nu elke ‘dag' (tot 13.00) mee met de artsen en arts-assistenten, heel leerzaam, maar nog niet echt in verband met mijn project hier. Ik geloof wel dat het begint te komen en hopelijk kan ik snel echt beginnen met mijn onderzoek.
Tussen al mijn verhalen door wil ik toch even zeggen dat ik het superfijn vind om jullie berichtjes/mails te lezen. Altijd fijn om dan wat te horen van het thuisfront. Soms is het ook wel lekker om even over thuis te dromen. Ik besef me zeker dat ik daar ook veel mis, terwijl alles wat ik hier meemaak ook heel bijzonder is. Het hoort erbij en doet me juist beseffen hoeveel waardevols er thuis is!
In alle hitte hier, hoor ik de verhalen over het koude en gure weer daar, dus bij deze stuur ik jullie dan heel veel warmte, zonnestralen en tropische sferen!
Wanneer de plannen worden losgelaten...
Lena, Marie, Lukas en Andi brachten hun laatste twee stageweken door in het westen van de provincie, op ruim anderhalf uur van de stad. Ik bleef ondertussen rustig in Yogyakarta, met een soort knipperlichtrooster: hier en daar een dag in het ziekenhuis, wat artikelen die ik moet lezen en een paar interessante colleges. Het harde werken is voor mij nog niet echt begonnen.
Gelukkig is er genoeg te doen buiten de stage: ik moet settelen, de stad leren kennen, de taal leren en een betere verblijfplek vinden.
Aangezien Lukas en Andi twee weken weg gingen en ze al voor 4 weken hun accommodatie hadden betaald, waren ze erg blij dat ik wilde overwegen een kamer over te nemen. Ik ging er langs en besloot dat een prijs van iets meer dan 100 euro per maand voor een prima kamer, op een goede locatie gewoon een goede deal was. Dus die dinsdag trok ik daar in.
De hele ochtend heb ik dingen ingepakt, wat dingen voorbereid en afgerond. En zo stond ik om 12 uur buiten, met een koffer, een backpack, een rugzak en een laptoptas. Zo ver is het ook weer niet, dus ik besluit het lopend te doen.
Halverwege de doodvermoeiende trip wil ik niets liever dan neerstorten in de schaduw en wachten tot iemand me weg komt dragen. Het zweet vloeit rijkelijk en ik vraag me een paar keer af of ik er ooit zal geraken. Twaalf uur ‘s middags, midden op de dag, als de zon het heetst brand en de temperatuur het minst aangenaam is... Hoe kon ik dit nou doen?
Uiteindelijk haal ik het toch. Het moet een goede eerste indruk geweest zijn. Puffend en rood aangelopen strompel ik naar binnen, knal de koffer en backpack op de grond en vraag om de sleutel. Elke band van de tassen blijft onprettig zichtbaar door de vochtige plekken. Als kers op de taart wijst de vrouw van de huisbaas me vriendelijk naar de twee steile, smalle trappen naar boven, die me een dag eerder toch echt niet zo agressief aanstaarden als nu.
Op de kamer laat ik alles van me afvallen, plakkerige kleren uit en de airco op standje ijskast! Eerst even een half uur bewust overleven, daarna ben ik vast weer in voor van alles...
Alweer ruim drie weken geleden kwam ik in Yogya aan en verwachtte ik vlot te starten en hard te werken, zodat ik hier echt wat neer kon zetten. In week 3 heb ik uiteindelijk alleen nog maar een introductieweek gehad en daarna met Morita een onderzoeksvoorstel opgesteld. Het voorstel is goed geworden, maar het ging niet heel snel. En na het indienen is het zeker twee weken (4 weken?) wachten op uitslag, voordat ik officieel kan beginnen. De grote optimist in mij is blij met deze kans om wat dingen van de omgeving te zien, maar als ik zo even kijk naar mijn plannen en ideeën, had ik de toeristische activiteiten eigenlijk later in de reis en verspreid over 6 maanden ingepland.
Nu heb ik minimaal 2 weken vrij, hoewel niemand dat letterlijk zegt. Want het klinkt wel een beetje raar om aan het begin van de stage zoveel vrij te hebben. Eigenlijk heb ik in week 2 en 3 samen waarschijnlijk nog niet de 40 uur gehaald.
Die dagen verken ik de stad een beetje. Naast het verhuizen, regel ik een fiets, schrijf ik me in voor een cursus bahasa Indonesia, oriënteer ik me in het sportaanbod hier en zijn er genoeg mogelijkheden om alle soorten eten uit te proberen en mensen te leren kennen. Zowel de Indonesische studenten als de internationale staan erg open om samen te gaan eten, sporten of wat drinken in het centrum.
Het is dus niet dat ik me verveel, het is alleen zo anders dan vooraf gedacht. De knop moet 'even' om, maar dat is niet iets wat zo plotseling kan als het klinkt. Na verloop van dagen wen ik aan het idee en besluit ik dat ik echt moet genieten van de kans die ik krijg met deze vrije tijd. Het is tijd voor dagtrips, weekendtrips, maar nu ook weektrips. Het is gewoon vakantie en ik geniet ervan.
In de ochtend bepaal ik een locatie in de stad en vervolgens fiets ik er heen, of als het te ver is neem ik een ojek (motortaxi). Een dagje naar de zilvermarkt in het zuiden, verschillende zwembaden, ik vermaak me nog een dag in het enorme warenhuis Amplaz en gewoon rondlopen en fietsen is hier al erg interessant. Ontelbare eetgelegenheden maken het eten nooit saai, als ik elke dag een andere warung zou nemen, zou ik ze nog niet allemaal kunnen proberen binnen deze 6 maanden.
Op donderdag komen de Oostenrijkers weer terug, we hadden gepland om die vrijdag naar een mooi strand aan de zuidkust van de provincie te gaan: Kukup beach. Aangezien drie van hen dat weekend alweer terugvliegen, besluiten ze dat het toch een beetje te veel is en blijven ze liever in Yogya. Shoppen, massages, de laatste dingen regelen en leuke dingen in de stad doen.
Die vrijdag besluiten Lena en ik naar de dierentuin te gaan. Yogya heeft een vrij groots opgezette dierentuin: Gembira Loka. Zo groot als het park, zo klein zijn de hokken. Het gaat er anders aan toen dan ik gewend ben. Mensen voeren allerlei eten aan elk dier met interesse. De apen krijgen allemaal bananen toegeworpen, maar er vliegen ook oreo's en etensresten door de lucht. Naast de dieren, lijken Lena en ik ook een erg interessante attractie op zich. Kinderen tikken elkaar op de schouders en mensen wijzen ons onverstoord na. Er wordt ‘Buleh' naar ons gefluisterd of geroepen, wat blanke of buitenlander betekent. Mensen willen met ons op de foto en gaan aan de kant als we bij een hek komen staan om naar een dier te kijken. Ik voel me haast een bekende Indonesiër, maar eigenlijk is het juist het onbekende dat ons interessant maakt. Ik vind het wel wat hebben, maar het is wel onwerkelijk. Lena had er bij de eerste foto al genoeg van, aangezien ze in de voorgaande maanden haar portie fotomomentjes wel heeft gehad. Aan het einde van de dag hebben we niet eens het hele park gezien, aangezien het te warm was om helemaal rond te slenteren. Gelukkig hebben we wel heel wat Indonesiërs blij kunnen maken met een glimlach, een foto en/of een simpele ‘hello'.
Die avond neemt Dhinar, een arts-assistent van de interne geneeskunde, ons mee naar een paar hele mooie plekjes om te eten. Als afscheid voor Lena en Marie. Nasi Uduk met Kring Tempe en Ayam Bakar is weer eens wat nieuws, zeker geslaagd. We sluiten de avond af bij een soort melkbar. Veel jongeren en studenten brengen er hun weekendavonden door, onder het genot van een goed glas verse koude melk.
De volgende ochtend zou ik om half 5, voor zonsopgang, met Morita naar Borobudur gaan, een mooi gebied ten westen van de stad, met indrukwekkende boeddhistische tempels. Maar helaas komt het toch niet uit en laat ze me weten dat het niet gaan lukken. Geen Kukup beach en geen Borobudur dit weekend? En dat terwijl het zulke mooie plannen waren! Die zaterdag hou ik het wat rustig en doe ik vrij weinig. Lena en Marie kiezen op hun laatste avond voor de McDonalds, om verdere bacteriën voor de vlucht te ontwijken.
Ondertussen kwam Morita met een nieuw plan, omdat ze zich schuldig voelde dat ze al een paar keer had afgezegd als ik zo enthousiast over haar plannen was. Ze wilde me zondag meenemen naar haar
zieke oma in het ouderlijk huis van haar vader, in het oosten van de provincie, bij Wonosari. Zij moest er namelijk toch heen. Daarna konden we dan naar Kukup beach, aangezien dat daar in de buurt
is en ze had gehoord dat dat plan nog niet gelukt was. Ik was verrast, vereerd en compleet blij met dit plan!
Zondag reden we daar dan heen, Morita, haar moeder en ik. Na een reis door de mooie provincie gaan we naar het droge gebied van Wonosari. In een klein dorpje, stoppen we bij een authentiek Javaans
huis. Heel bijzonder, de familie komt hier nog veel samen in het huis van Morita's oma. Morita's vader is hier opgegroeid. De mensen leven nog op een meer traditionele wijze en alles is nog een
stuk minder ontwikkeld dan in Yogua.
Bij de thee vertelt Morita ook over grotten in de buurt, dat leek me helemaal geweldig. Dus rond 1 uur rijden we naar een grot, Goa Pindul. Als we aankomen blijkt het de grot uit het boekje op mijn kamer waar ik zó graag heen wilde! Wat een toeval, wat een geluk.
Bij de ticketbalie is het verschrikkelijk druk, allemaal mensen maken een grote heisa over iets waar ze goed boos over zijn! De grot blijkt overboekt: met 700 klanten voor de deur en maar 400
plekken voor de tour gaat er iets niet goed. Niemand wist meer wie had gereserveerd en wie niet, teveel mensen hadden al betaald. Mensen stonden al vanaf 's ochtends vroeg te wachten op hun beurt.
De mensen wilden nu hun geld terug en weg.
Morita en ik, geluksvogels, worden door het geluk geraakt. Vidi, een student uit Yogya spreekt me aan en biedt aan of we met zijn ronde mee willen. Hij zou alleen met zijn vriendin (Eva) gaan, over 30 minuten. Ze vonden het wel een goed idee als wij met hen mee zouden gaan. Bij de ticketverkoop doen ze daar niet moeilijk over.
Zo ontglippen we de chaotische massa en staan we binnen een uur in ons zwemvest klaar voor vertrek. Met een bezwaard gevoel, maar een kans waar we geen nee tegen wilden zeggen, vertrekken we naar de grot. We plonzen het water in, in een rubberband. Ontzettend ontspannen drijven we de prachtige grot in, richting de donkere koelte. Zoet fris water, rondvliegende vleermuizen en talloze stalactieten en stalagmieten maken het tot de ultieme grotbeleving. Na de grot wandelen we door rijstvelden naar een andere rivier, waar we onverstoord door kunnen dobberen. Daar is halverwege tijd voor een opwekkende adrenalinekick: springen van brug (3m) en rots (12m)! Het is geweldig, ik zou me hier dagen kunnen vermaken. Midden in de prachtige natuur van Indonesië, met deze leuke mensen en een trip die onvergetelijk is. Ik heb dit weekend dan geen Kukup beach gezien, noch de Borobudur; maar dit overtreft alles. Het stond niet in de plannen geschreven, maar blijkt nu de perfecte uitkomst. Terwijl de zonsondergang inzet komen we aan bij het eindpunt.
Uiteindelijk is het zo laat dat wij besluiten in Wonosari te blijven slapen, in het huis van de familie van Morita. Vidi en Eva blijven er ook slapen, want de trip terug naar Yogya was wel erg
gevaarlijk geworden zonder verlichting op de motor. Het is een heel leuk stel samen, dus het komt op deze manier helemaal goed. Aangezien we toch in de buurt blijven, stelt Morita ook nog voor om
naar Kukup beach te gaan, de volgende ochtend. Het is tijd voor een mooie zonsopgang!
De wekker gaat om 3.30. Het is een onwerkelijk gevoel om hier wakker te worden. In de wijde omgeving is geen licht of geluid te bekennen. We rijden samen naar het strand, waar ik nu wel heel benieuwd naar ben.
De zuidkust van Java biedt bijna geen mooie zwem- of surfstranden, vertelt men me herhaaldelijk. Uiteraard wil ik dat eerst zien, dan geloven. Ik moet de eerste zee nog zien, die ik niet zal trotseren.
Zodra de zee om de hoek komt zakt die hoogmoed me in de schoenen. De zee bonkt als een monster tegen de rotsen, het strand bestaat uit een prachtig plateau van harde stenen, waarop een klap genoeg
moet zijn om een mens buiten westen te slaan. Nu pas snap ik waarom hier geen mensen zwemmen. Waar ik vanochtend nog had gehoopt dat ik misschien tot mijn knieën (heupen?) even het gevoel van de
zee zou kunnen meepikken, was nu vrij duidelijk dat ik die branding met een vrij grote straal wil ontwijken. Ik laat het water niet hoger dan mijn enkels komen hier. Toch heeft het strand zeker wat
bijzonders. Terwijl de zon opkomt en de zee door bonkt, wandelen wij daar wat rond. We zitten op de rotsen en drinken de thee die Morita haar moeder heeft meegebracht.
Om kwart over 9 zijn we al weer thuis in Yogyakarta, met een weekend dat als een achtbaan een rustige start had en na een onvoorziene wendingalleen maar beter werd!
Hier moet ik een les uit halen: laat je plannen varen en zie wat de dag je brengt. Dan zul je de dingen meemaken die al je verwachtingen overtreffen. Midden in het avontuur besef je je dan waar je je bevindt en dat dit precies is waarvoor je gekomen bent.
Pieken en dalen
Tot nu toe heeft deze reis eigenlijk een vliegende start gehad: alles valt hier op z'n plek en ik voel me steeds vertrouwder in deze omgeving. Helaas kan het niet altijd allemaal goed nieuws zijn, en zo kreeg ik aan het eind van mijn eerste week te horen dat het erg slecht ging met mijn oma. Ze was al een tijd ziek, ze zou ook niet meer beter worden. Nu was ze in het weekend in het ziekenhuis opgenomen na een beroerte en ineens ging het allemaal heel snel. Dinsdagnacht is ze overleden.
Het is heel raar om zulke ingrijpende dingen met de vertraging mee te krijgen. Naast het feit dat ik er niet bij kan zijn, komt het bij mij ook allemaal later aan. Het is een bizar en onwerkelijk gevoel om dit op deze manier mee te maken. Gelukkig zijn er talloze media om te communiceren. Met skype, email, sms en whatsapp kan ik er toch een belangrijk deel van meekrijgen. In mijn hoofd ben ik er bij, terwijl hier alles even op een laag pitje staat.
Ik heb het hier wel verteld aan de mensen waar ik mee werk en ook de internationale studenten, waarmee ik veel omga. Het is goed dat ze het weten, maar er is ook weinig wat ze kunnen doen. Ik mocht eerder naar huis en krijg alle vrijheid om er mee om te gaan zoals ik wil. Op mijn kamer is het alleen nog steeds ver weg en onwerkelijk. Daarom heb ik besloten hier gewoon door te gaan en aan het einde van de dag veel contact te houden met het thuisfront. Zo vinden er talloze skype gesprekken plaats en spreek ik iedereen, waardoor het toch wat beter voelt.
Met dit alles in mijn achterhoofd gaat de week snel voorbij. Samen met Lena en Marie maak ik korte werkdagen, waarna er tijd is voor rust of iets leuks. Zo is de bioscoop een fijne, koele ontspanning en heb ik ook eindelijk een paar plekken gevonden waar ik kan zwemmen. Een paar baantjes trekken in het kleine bad bij het GQ-hotel voelt goed, maar vooral de verkoeling en ontspanning van het water doen me erg goed.
Nog steeds leer ik nieuwe gerechten kennen als ik weer eens een nieuwe warung probeer, zoals Gudec, Nasi Uduk, Badjak, Cap Cay en allerlei gerechten met groente en sojaproducten (tempé en tofu), waarvan ik de namen niet kan onthouden. De meesten vrij succesvol, hoewel de huid van een koe net te ver gaat. (De gekookte en gekruide huid van de koe wordt geserveerd als bijgerecht, als je Gudec besteld)
Voor vrijdag stond de longpoli op de planning. Mooi op tijd kom ik aan bij de ingang, waar Lena en Marie staan te wachten. We volgen tot nu toe compleet hetzelfde programma, waardoor het wat vol is in de onderzoekskamer, maar wel gezellig. Het rooster is overduidelijk door iemand anders gemaakt dan degenen die zijn ingeroosterd, want hier beleven we het hoogtepunt van chaos en slechte planning. Na bijna een uur wachten besluiten we toch maar de arts te sms'en. Geen antwoord. Na weer een half uur vragen we aan de balie of ze weten hoe het zit. Met moeilijke communicatie komen we er uit en bellen zij de dokter die ons moet begeleiden op. Het klinkt alsof het probleem is opgelost en zo wachten we het laatste uur, wederom vruchteloos.
De hele ochtend op de poli, zonder dokter, weinig patiënten, met eigenlijk niemand die weet wat wij komen doen. Rond 11 uur hebben we het wel gezien in de wachtkamer en besluiten we dat het dan maar weekend is. Tijd voor een wandeling en een goede lunch.
In de loop van de middag hebben we afgesproken met twee arts-assistenten, Dhinar en Alvin. Ze nemen ons mee naar een salak plantage van de familie van Dhinar. Salak is een fruitsoort, snake fruit in het Engels, door zijn ruwe buitenkant met een soort slangenhuid-achtige structuur. Het mooie Indonesië en de groene omgeving ligt zeker een uur buiten de stad, maar is dan ook wel indrukwekkend. Allerlei fruitbomen langs de weg en in de tuinen, kleine weggetjes en geen honderden brullende brommertjes om je hoofd. Dit is toch meer zoals ik me Indonesië had voorgesteld, dus naar dit soort oorden zal ik zeker vaker afreizen de komende maanden. We krijgen een rondleiding en proeven de voor mij nieuwe vruchtsoorten salak en enam-enam.
We sluiten de dag af bij een Padang restaurant, met traditioneel eten van Sumatra. Eindelijk kan ik hier echte Rendang proeven, wat ik in Nederland wel heb gehad, maar hier nog niet kon vinden. Blijkbaar is het geen Javaans gerecht. De tafel wordt volgebouwd met allerlei gerechten, we mogen nemen wat we willen en achteraf betaal je dan alleen voor de gerechten die je hebt gegeten. Moeilijk kiezen, maar heerlijke smaken komen voorbij en al gauw heb ik me helemaal rond gegeten. Er zit ook wel wat tussen wat ik graag laat staan: een gebakken visje dat lijkt te verdrinken in echte sambal, een papperige groentesoort wat ook samen gaat met nét te veel chilipepers en als laatst twee hersenhelften in een gele kerriesaus. Ik vraag me af hoeveel toeristen de hersenen aanzien voor een vissoort en onbedoeld dit bizarre orgaan naar binnen werken!
In het weekend hadden Lena en Marie samen met Lukas en Andreas (nog 2 Oostenrijkse studenten) een plan gemaakt om de vulkaan Merapi te gaan beklimmen, terwijl de zon opkomt. Het klinkt als een avontuurlijk plan en ze hebben alles goed geregeld. Dus als ze vragen of ik mee wil, ben ik er vrij snel over uit dat ik dit zeker niet wil missen.
Zaterdagmiddag nemen we de bus naar Kaliurang, een dorpje dat tegen de vulkaan aan ligt. Daar slapen we bij Vogel's Hostel, waarvanuit de vulkaanbeklimming met gids is geregeld. Er is weinig te beleven in het dorpje, maar de omgeving is compleet anders dan in Yogya. In alle rust lopen we wat rond, spelen we een kaartspel en gaan we niet te laat slapen.
Om 4 uur zitten we aan de ontbijttafel voor een licht ontbijt en een briefing. Eigenlijk een hilarisch tafereel om iedereen daar te zien zitten als een halve zombie. Helaas was ik zelf nog niet scherp genoeg om de videocamera te pakken, dan hadden we achteraf nog wat om te lachen gehad. We krijgen wat toast en koffie, het gaat er nog best in om 4 uur 's nachts. De gids, Christian, weet ons te enthousiasmeren door te vertellen dat de vulkaan de meest gevreesde vulkaan is van de wereld, erg onrustig. Hij vertelt ons dat vulkanologen voorspellen dat de vulkaan een dezer dagen nog zal uitbarsten. Ik zie al helemaal voor me dat ik dan echt lava ga zien en dat ik dat vol trots in beeld kan brengen! Het nadeel van dit spannende verhaal is dat we vrij ver van de krater moeten blijven en niet écht op de top van de vulkaan kunnen komen.
De tocht is best verfrissend, door de mist en lichte regen lopen we de berg op. De koele lucht maakt de tocht goed te doen. Hoe hoger we komen, hoe lichter het wordt. Talloze dode bomen steken aan alle kanten uit de mistbanken, waar wij uit omhoog klimmen over de rug van de vulkaan. Het is een apart tafereel en de complete stilte maakt het extra bijzonder. Helaas blijkt rond 6 uur dat we de zonsopgang hebben gemist, want tegen deze tijd is de zon al op en wij zitten nog midden in de wolken. Een fanatieke fotograaf zit er helemaal doorheen, omdat hij deze trip wilde doen, vanwege de mooie zonsopgang...
Het is waar dat het even duurt voordat de wolken wegtrekken, maar als het dan zover is, is het uitzicht ook wel erg de moeite waard. Een rokende vulkaan, tussen verschillende met jungle bedekte bergen. Overal groeien tropische planten en ik waan me echt in de wereld van Jurassic Park. Een Mexicaans meisje wordt een beetje mijn buddy omdat we een zaklamp moesten delen, maar ik snap precies wat ze bedoeld als ze vraagt: ‘where are the dinosaurs?'
Eenmaal terug krijgen we een enorm ontbijt, wat we van tevoren besteld hadden. Met flinke trek werk ik de grootste tosti die ik ooit heb gezien weg. Daarna pakken we onze spullen en gaan we terug met de bus. Die zondag ben ik verder tot weinig in staat, een soort van jetlag terugval geeft me een futloos gevoel. Thuisblijven in de koelte en skypen met de familie is ook wel een prima tijdsbesteding. In Westeremden zijn ze druk bezig met de voorbereidingen van de begrafenis van oma.
De volgende dag is de begrafenis van oma, waar ik uiteraard niet bij kan zijn. Mentaal ben ik er wel mee bezig en probeer ik er nog wat van mee te krijgen. Na een korte dag in het ziekenhuis, weet ik niet of ik op mijn kamer wil zijn of juist iets bijzonders wil gaan doen...
Lena, Marie, Lukas en Andreas horen die dag dat ze hun laatste twee weken in een klein dorpje in de bergen zullen gaan doorbrengen om daar de andere kant van de medische wereld op Java te zien. Ze hadden nog een aardige to-do list in Yogya, dus besluiten geen tijd meer te willen verliezen en naar de hindoeïstische tempels van Prambanan te gaan. Ik sluit me aan bij het plan en denk dat zo'n rustgevende en spirituele omgeving wel een mooie kans is om op mijn manier afscheid te nemen van oma. Prambanan is absoluut een indrukwekkende omgeving, de hele atmosfeer geeft een bijzonder gevoel. Ik houd de tijd goed in de gaten en probeer zo mee te krijgen wat er thuis gebeurt. Wat een raar gevoel! Ik probeer het bewust mee te maken, maar eigenlijk mis ik het compleet. Ik wist dat het zo zou gaan, die keuze had ik een tijd terug al gemaakt. Ik neem hier afscheid op mijn manier en eigenlijk had ik al afscheid genomen toen ik vertrok naar hier.
Die dag nog hoor ik via skype dat het allemaal goed is gegaan, dat het mooi was. Mooie woorden, muziek, stippen en bloemen, in de stijl van oma, zoals het hoort. Ze ligt er nu mooi, naast haar man. Over 6 maanden kan ik er gaan kijken.
De eerste dagen: wennen, wennen, wennen
Na een korte bezinningsperiode, heb ik de rust gevonden om alles op een rijtje te zetten. Ik verblijf in Sekip M4, een guesthouse dat eigendom van de medische faculteit is. Een vrouw en dochtertje hadden me binnen gelaten en via Ario, de man die me had opgehaald, begreep ik een beetje hoe het hier werkt. Ze spreken zo'n 3 woorden Engels, en voor de rest het erg ingewikkeld klinkende Bahasa Indonesia.
Het komt er op neer dat ik op 5 minuten van het ziekenhuis en de faculteit zit, dat er maar één kamer beschikbaar is en dat er waarschijnlijk wel WiFi is. De kamer is op zich niet klein, maar door een enorm bed blijft er een smal wandelpaadje over, met in de hoek een tafeltje en aan het einde een kast. Met moeite kan ik hier al mijn bagage uitstallen. Echter kan de kamer niet op slot, want ze zijn momenteel de sleutel kwijt; ‘maar ze gaan er mee bezig'. Als kersverse buitenlander, vrees ik dat dat betekent dat ik de eerste weken mijn kamer niet op slot kan doen... Met iPad, laptop, paspoort, tickets en alle andere waardevolle dingen op zak, ben ik daar eigenlijk niet echt blij mee. Dus ik stap maar op mw. Kosidah af. Ze kijkt een beetje bezorgd en ik moet eigenlijk ook nog even bedenken hoe we dit gaan aanpakken. Ik vraag in het Engels of ik misschien een nieuwe sleutel of slot kan krijgen, en zij lacht vriendelijk en mompelt: ‘yes, yes...'. Hoopvol denk ik dat ze me toch snapt, en dat ze me nu de sleutel geeft. Helaas was het niet zo'n feest en blijft ze vriendelijk zitten lachen. Ik pak mijn woordenboek en zoek het woord sleutel op: ‘kunci'! Op dit woord reageert ze wel, namelijk met een waterval aan woorden die ik niet begrijp. Okee, ander onderwerp: ik pak mijn kaart en vraag in het Engels waar ik kan zwemmen. Ze lacht weer vriendelijk en ik krijg wederom een vriendelijke: ‘yes, yes...'. Alsof ze erna zou gaan zeggen dat dat een top plan is en me dan wijzen waar het is. Ze kijkt even naar de kaart maar snapt klaarblijkelijk niet wat ik wil. Ik trek de conclusie dat mijn Engels voor haar is, zoals haar Bahasa Indonesia voor mij: onbegrijpelijk... Toch heb ik mijn punt gemaakt (kunci) en hoop ik dat ze me net verteld heeft dat het morgen nog geregeld is. Het zwembad zal wel dichtbij zijn, want als ik naar buiten loop voel ik de zon schroeien op mijn huid. Hitte in de middag, tijd voor een zwembad.
Na een flinke wandeling en hulp van talloze Indonesiërs, ben ik er achter dat de mensen verschrikkelijk aardig zijn en ook erg behulpzaam willen zijn. Maar op straat vind je niet zomaar iemand die Engels spreekt en blijkbaar is een zwembad ook niet makkelijk te vinden... Het wordt hier vroeg donker, dus ik dwaal wat rond en gebruik de WiFi van een grappig barretje, Coklat. Daarna eet ik mijn eerste echte Indonesische maaltijd: saté! Heerlijk, alle etenstentjes langs de straten zien er veelbelovend uit en ik kan me hier qua eten niet veel beters wensen. Ik loop nog wat rond en kom er dan achter dat ik eigenlijk geen idee meer heb waar ik ben. Ik besluit om toch tegen één van de tientallen opdringerige brommertaxi's te zeggen dat ik mee wil. ‘Naar de universiteit Gadjah Mada!'
Na waarschijnlijk zo'n drie kwartier kom ik dolgelukkig thuis. Ik was even bang het nooit meer terug te vinden, aangezien de universiteit en de campus ongeveer de helft van het noorden van de stad beslaan en niemand het guesthouse Sekip M4 kent! De brommerchauffeur snapte er in ieder geval niks van toen ik niet tevreden afstapte en betaalde toen hij me bij een willekeurig hotel afzette. Ik zeg nog drie keer waar ik heen wil in de hoop dat hij het nu wel snapt en ik stap weer achterop. Waarna we wat rondjes rijden en de man net zo wanhopig als ik lijkt. Toch komen we er nadat ik toch één belangrijk oriëntatiepunt herken: namelijk een grote auditorium van de universiteit met een park eromheen. Vandaar lukt het ook mij nog net om thuis te komen. Heel grappig om dan thuis te komen in het huis wat eerder nog zo onbekend leek, maar in contrast met die chaotische, grote stad, is dit kamertje toch wel heel vertrouwd ineens. Totaal verrast vind ik ook een sleutel in mijn deur, de man van Kosidah, Isrori, heeft er een nieuw slot in gezet en ik ben blij verrast met deze daadkracht!
De volgende ochtend had ik om half 10 een afspraak met dr. Yanri Subronto, infectioloog in het Sardjito Hospital en mijn begeleider voor de komende 6 maanden. Helaas lukt het niet om in één keer goed te lopen, en zo kom ik tien minuten te laat aan! Ik vrees voor de slechte eerste indruk en haast me om er zo snel mogelijk te zijn. Ik meld me bij de international office, wat een beetje het contactpunt is voor de internationale studenten. Ze zeggen dat het geen probleem is en laten dr. Subronto weten dat ik er ben.
Zeker twee uur later krijgen we bericht van dr. Subronto, dat we ergens anders afspreken, zodat we direct kunnen lunchen, aangezien ze wat laat was. In mijn achterhoofd vraag ik me af of dit nou de afspraken op Indonesische tijd zijn, of dat het gewoon een valse start is.
De lunch is ontzettend leuk en motiverend, dr. Yanri (ze noemen hier de artsen dr. ‘voornaam') weet me al van alles te vertellen en ik zie het helemaal zitten. Ook Morita is er bij voor lunch, ze heeft Geneeskunde gestudeerd in Yogya en is nu aan het promoveren op de afdeling longziekten in het UMCG. Maar ze is nu een paar maanden in Yogya om een project op te zetten. Ik had haar in Groningen een keer ontmoet.
Die dag wordt verder gevuld met bureaucratische handelingen en administratief werk. Twee Indonesische studenten worden aangewezen als mijn ambassadeurs en zij geven me nog een complete rondleiding over de campus. Het ziet er allemaal erg goed uit en ik denk echt dat ik hier wel wat kan bereiken.
In het weekend neemt dr. Yanri me mee door de stad naar een grote Mall, genaamd Amplaz. Wanneer ik de volgende ochtend rond 12 uur buiten zit te wachten op dr. Yanri, komt er een nieuwe bewoner aan. Het huis is verder helemaal leeg, dus ik snapte al niet waarom ik niet in een andere kamer kon. Ze hadden me al iets proberen te vertellen over ‘dr. Martin, Belanda!'. Dr. Martin uit Nederland, dat klonk veelbelovend. Dus terwijl de Nederlands uitziende man uitstapt, neem ik de gok: ‘hey, ben je Martin?'. Een beetje verbaasd kijkt hij me aan en stelt zich voor. Hij is een promoverende arts uit Amsterdam, hij heet geen Martin, maar Maarten. Hij vertelt dat hij hier al zo'n 20 keer is geweest en me dus wel eens kan rondleiden. Ondertussen komt dr. Yanri aan en neemt ze me mee naar Amplaz. Het is een soort stadscentrum in een enorm gebouw, met alle shop-, eet- en entertainment-mogelijkheden die je maar kan bedenken. Vervolgens rijden we nog wat rond en vertelt ze me over de stad en de achtergrond. Ontzettend mooi om op deze manier veel te leren over het leven en de cultuur van hier. Aan het eind van de dag zet ze me thuis af en daar heb ik wat uitgebreider met Maarten gesproken. Hij hoopt dat dit zijn laatste bezoek hier is, is er redelijk klaar mee en is bijna klaar met zijn promitietraject. Hij moet hier nu in een kleine week van alles regelen, om daarna weer snel terug te vliegen. Hij heeft dus niet heel veel tijd, maar toch laat hij me die avond het toeristische centrum zien. Marlioboro en Sosrowijaya zijn twee drukke toeristische straten. Hij racet ons er heen op een brommertje en we drinken een biertje, mijn eerst biertje in Yogya smaakt zeker niet slecht.
Zondag zou Morita me meenemen naar verschillende dingen in de stad, maar ze kon helaas de auto niet meekrijgen, dus als ze om half 4 aankomt, besluiten we alleen nog te gaan zwemmen. Een zwembad is inderdaad niet echt dichtbij mijn verblijfplek te vinden, dus we rijden een eindje naar het oosten. Heerlijk om eindelijk de verkoeling te vinden en wat baantjes te trekken. Een lekker rustig dagje, wat perfect wordt afgesloten met een uitgebreid traditioneel Javaans etentje in een mooi restaurant in het centrum, waar Morita met een collega had afgesproken. Wederom vertellen ze me van alles over de cultuur en natuurlijk het eten. Volledig verzadigd wordt ik voor mijn deur afgezet, waar ik maar snel moet gaan slapen. Want de eerste werkweek begint morgen. Mijn eerste week zal bestaan uit een klinische introductie in de onderwerpen waar ik mee zal gaan werken, infectieziekten. Dr. Yanri is een week weg voor een congres, dus word ik opgevangen door de arts-assistenten.
De eerste dagen in het ziekenhuis zijn indrukwekkend. De eerste dag misschien wel het heftigst, waar ik in de polikliniek voor HIV mag meekijken. Midden in een consult wordt ik naar binnen geleid en mag ik me even voorstellen aan de dokter. Dan kan ik naast hem gaan zitten, waardoor de twee arts-assistent moeten blijven staan. Ik voel me al lichtelijk bezwaard door deze situatie, maar het wordt nog erger. Er zouden nog twee Oostenrijkse studentes meelopen op de interne geneeskunde en zij waren vandaag ook ingedeeld op de HIV kliniek, en deze had maar 1 onderzoekskamer. Dus zij kwamen na zo'n tien minuten binnen met een arts-assistent die hen begeleidt. Uiteindelijk een kamer vol studenten, een patiënt die zich vast ook lichtelijk ongemakkelijk voelt en een dokter die zijn werk probeert te doen samen maken het geheel tot een bizarre situatie. Hoewel het interessant was, is het voor iedereen een opluchting als we weg mogen... ‘Zo gaat dat niet in Nederland', schiet er door me heen, en tegelijkertijd bedenk ik me dat dat de reden is dat ik niet in Nederland ben.
De volgende dagen mag ik een kijkje nemen op de afdelingen in het ziekenhuis. Ze proberen er de interessantste casussen voor ons uit te halen, zodat we visite lopen bij patiënten die ook echt bijzonder zijn. Zo zie ik op één dag een patiënt met tetanus; een patiënt met zoveel uitgezaaide carcinomen, dat de buik, als bij een zwangerschap, bol staat gespannen; een lelijke niet-genezende wond bij een diabetes patiënt en een HIV patiënt met verschillende complicaties, waaronder Tuberculose (TB). Allemaal indrukwekkend, net als de manier waarop het ziekenhuis werkt en alles hier gaat. Ik kijk mijn ogen uit, terwijl het nog maar de eerste dagen zijn.
De werkdagen zijn voor ons niet lang. Na de lunch, rond 1 uur, zijn we vrij om iets leuks te gaan doen. Met de 2 Oostenrijkse studentes, Lena en Marie, verken ik zo de stad een beetje verder. Deze week hebben we een flinke wandeling gemaakt naar de Bird market, een verschrikkelijke diermarkt, waar allerlei soorten dieren in te kleine hokjes zitten. Daarna sluiten we de dag af met een lekker indonesische maaltijd bij het restaurant 'Superman'. Gado Gado is hier toch net weer iets leuker dan in Nederland!
Die avond slaap ik voor het eerst wat beter, want door de jetlag was ik tot die tijd 's avonds niet moe en 's ochtends wel doodmoe. Maar hetbegint te komen, alles went en ik voel me goed op mijn plek!
Een wereldreis in 3 dagen
Daar gaat ‘ie dan. Het begin van een nieuw avontuur, een grote reis! Mijn reis begon eigenlijk letterlijk toen ik in Westeremden weg reed.
Mijn ouders staan nog te zwaaien tot we de hoek om zijn. ‘Nu is het begonnen.' We zijn nu echt weg, de reis is begonnen en er is geen ruimte meer voor stress over de voorbereidingen of koffers en tassen.
Rianne en Mischa brengen me helemaal naar Hoofddorp, waar we bij Peter slapen, zodat de dag erna de reis naar Schiphol vlekkeloos moet verlopen. Van de autorit van dik twee uur krijg ik al bijna niks mee, het gaat allemaal zo snel en alles lijkt langs me heen te schieten in een roes.
Het plan bleek inderdaad net zo mooi als het leek. Een goede nachtrust en een rustige ochtend vormen een goed begin van een drietal vluchten die me dan eindelijk naar Java zullen brengen. Ruim op tijd is er op Schiphol nog tijd voor een korte pitt-stop voor vertrek. Maartje en Anna zijn ook naar Schiphol gekomen en zo heb ik een prachtig uitzwaai comittee! Afscheid nemen is nooit leuk, ook deze keer was het dat niet. Met een raar gevoel loop ik dan uiteindelijk naar de douane, met mijn dikke koffer, rugzak en ticket...
Voor ik het weet bevindt ik me dan in de enorme airbus A380 van Emirates: wat een megading is dat! Mijn buurman weet me te vertellen dat we ons vereerd mogen voelen in zo'n nieuw, luxe voertuig. Dus dat doen we dan ook. Tijdens de vlucht genoeg tijd om na te denken over alles wat er komen gaat en wat ik achter laat. Mijn hersenen maken overuren om alle chaos op een rijtje te zetten. Niet dat het zo werkt, maar toch is er een gevoel van rust. En voor ik het weet zijn we dan in Dubai.
Op het vliegveld van Dubai waan ik me al in een andere wereld. Mannen in witte gewaden, als rijke olie-sjeiks en sultans. Midden in de nacht is er nog van alles te zien en doen rond de terminal. Langzaam bevindt ik me na een paar uur naar mijn gate, waar het vliegtuig naar Singapore klaar staat. Een vliegtuig dat voor 80% leeg is biedt de perfecte omstandigheden om nog wat slaap te pakken.
In Singapore overnachten om de volgende ochtend door te vliegen leek zo'n mooi plan. Maar eenmaal in Singapore was ik er niet meer zeker van.
Heerlijk gaar kwam ik toch nog vrij soepel bij een grappig hostel aan, een kamertje die de 6 m2 niet haalt, maar een goede locatie en een bed. Een wandeling door de bijzondere stad is het enige wat ik nog voor elkaar krijg. Hoe speciaal Singapore ook is, het is voor nu maar een tussenstation. Het reizigersgevoel begint nu wel te groeien en een gevoel van vrijheid neemt het over van alle stress rondom het hele vliegen en reizen. Vroeg naar bed, omdat de vlucht naar Yogyakarta de volgende ochtend vroeg vertrekt. Op twee telefoons zet ik vier wekkers, dus dat moet goed gaan.
De volgende dag kom ik om 12.00 aan in Yogyakarta, de plaats van bestemming! Gaarheid alom, maar toch krijg ik een kick als ik naar buiten loop. De warmte komt als een klap over me heen en de chaos begint vrijwel direct. Enorme rijen voor visa-on-arrival en daarnaast voor de douanecontroles. Kris kras door elkaar heen en weinig mensen weten waar ze eigenlijk heen moeten. Uiteindelijk raak ik toch buiten en zonder bordje met mijn naam erop (had ik eigenlijk verwacht/gehoopt), loopt er een man op me af: ‘Hi Leon?'. Hij blijkt van het international office van de faculteit, hij herkende me van mijn facebook. Mijn begeleider, dr. Subronto, die me eigenlijk zou ophalen, kon blijkbaar niet komen.
Ik krijg een rondleiding over de campus en rondom mijn verblijfplek, maar er blijft niet veel hangen. Als ik uiteindelijk alleen op mijn kamer zit, moet ik eerst even tot rust komen. Voldaan en moe besef ik me wat een reis ik nu al heb gemaakt. Van Amsterdam naar Dubai, door naar Singapore en dan naar Yogyakarta, ooit de hoofdstad van Indonesië. Dat is wel een rijtje om U tegen te zeggen.
Even op bed met de airco aan, weg met die kleverige spijkerbroek! Terugkijkend op de afgelopen dagen ben ik blij dat ik er eindelijk ben.
Nu begint het echte leven op Java. Of nouja, misschien na eenflinke powernap... Er is immers geen haast bij, ik heb nog 6 maanden om de boel hier te verkennen...