leonstoepker.reismee.nl

All good things come to an end

In de laatste weken van mijn stage begon het werk een andere karakter te krijgen. Langzaam krijgt het geheel vorm en kijken we hoe het eindresultaat tot stand zal komen.

Mooi op tijd is mijn data compleet, de groep patiënten met HIV en Tuberculose. Echter moet ik mijn groep vergelijken met een controle groep, patiënten met Tuberculose, zonder HIV. Deze groep zouden andere studenten doen, maar die zijn helaas nog niet erg ver. Daarom besloten ik en dr. Yanri dat ik met mijn data een voorlopig eindverslagje zou sturen, zodat ik alles in Yogya kan afsluiten. In de drie weken die ik daarna reizend zal doorbrengen, kunnen de andere studenten mooi doorwerken.

En zo kon ik met een heel goed gevoel naar Jakarta vertrekken om Rianne en Mischa op te halen. In Jakarta had ik zelf 1 dag te overbruggen, dus besloot ik naar Taman Mini te gaan, mini Indonesië (à la Madurodam).

In de bus naar de andere kant van Jakarta kom ik aan de praat met een leuk Indonesisch meisje, Fanny. Na een goed gesprek stelt ze voor om samen Jakarta te gaan verkennen, wat voor mij dé uitkomst is, want eigenlijk vond ik Jakarta maar eng, groot en onoverzichtelijk. Met Fanny doe ik wat sightseeing in Jakarta, tot ze me de volgende dag afzet bij het hotel dat ik geschikt had bevonden voor het ontvangst van Ri en Mies.

Het weerzien in Jakarta was weer heerlijk, wat een goed gevoel om mijn familie te ontvangen in 'mijn' Indonesië. We doen wat rustig aan en de volgende dag vertrekken we maar snel uit de drukke, moderne, dure en volle stad, zo niet als het Indonesië dat ik ken. Fanny was zo enthousiast geworden van mijn plannen dat ze besloot de eerste dag met ons mee te rijden, aangezien ze ook van wandelen hield, voegde ze zich bij onze reis naar een waterval, bij Cibeureum.

Met een aangename atmosfeer en goed weertje lijkt de beklimming helemaal goed te gaan. Na ongeveer tien minuten blijkt alleen dat Fanny misschien niet zo van

klimmen en wandelen houdt, dat ze geen conditie heeft en dat ze ook astma heeft. Met een klim van anderhalf uur voor de boeg kun je voelen waar dit heen gaat. Na een zware tocht, halen we het toch tot de waterval en kunnen we allemaal genieten van het prachtige aangezicht. Rianne en Mischa worden ook direct onderworpen aan de absurde ervaring dat mensen met je op de foto willen, alsof je toch zeker beroemd bent.

Na de waterval rijden we met onze chauffeur door langs Bandung, waar we met veel gedoe Fanny op een bus naar Jakarta zetten. Na het moeizame klimmen ging het allemaal een beetje dramatisch met haar, dus of het nou een goede keus was om haar mee te nemen, kun je je afvragen...

Na een verschrikkelijke nacht rijden, waarin zowel ik, als de chauffeur geregeld in slaap lijken te vallen, komen we aan op het paradijselijke strand van Batu Karas. We hebben hier helaas maar één dag om te leren surfen, wat wel een enorm succes is! Aan het eind van de dag kunnen we alle drie tevreden, doch verbrand, terugkijken op een succesvolle surfactie.

De dagen erna ontmoeten we Titis, het nichtje van Dhinar, en gaan we langs bij de plekjes waar ik al eerder was geweest, maanden ervoor. Na een heftige, uitdagende ochtend bodyraften door de green canyon van Pangandaran, sluiten we de dag af met een hidden beach, waar we de zon kunnen zien ondergaan.

Vrij snel en chaotisch verloopt de volgende dag, waar we naar de warmwaterbronnen van Baturaden wilden gaan, om vervolgens nog een waterval zien. Echter zat er zo weinig snelheid in de dag, dat we weinig tijd hadden bij de warmwaterbron, om vervolgens haastend de bus naar Yogya te halen!

Die avond komen we moe en verreisd aan bij mijn verblijf, waar ik een extra kamer had gevraagd. Zelfs voor het heerlijke eten van Yogya hebben we geen pit meer. Na een 4-daagse race over half Java, is het heerlijk om thuis te komen in 'mijn' stad, mijn kamer en mijn eigen bed....

De dagen in Yogya waren vrij vol, er is veel te zien, veel te doen, dus we begonnen de eerste dag met een goed Indonesisch ontbijt, nasi pecel. Vervolgens moest ik even serieus bezig, omdat dr. Yanri vroeg of ik toch nog een eindpresentatie wilde geven, die maandag. Terwijl ik die aan het maken was, zagen Rianne en Mischa een tempel en de grote mall 'Amplaz', waar Dhinar hen mee heen nam.

In de drie dagen in Yogya kon ik ze verder nog alles laten zien. De grote winkelstraat Malioboro, de hindoeïstische tempels Prambanan, de zilvermarkt en talloze heerlijke restaurants. Op maandag presenteerde ik mijn voorlopige verslag in Yogya, waarmee alles echt afgesloten was. Met een afscheidsetentje en drankje nam ik nog afscheid van wat mensen. De volgende ochtend vertrokken we met het vliegtuig naar Bali.

Vanaf het vliegveld reden we direct een flinke dag over Bali, naar het noorden. We zagen dorpjes, rijstvelden en tempels. In Lovina kwamen we aan in een zeer mooi resort, waar we 2 nachten besloten te blijven. In noord-Bali zagen we de warmwaterbronnen van Banjar, het onbewoonde eiland Menjangan, omringd door mooie wateren en snorkelparadijsjes. Op onze laatste ochtend in Lovina moesten we vroeg op, om in een minibootje dolfijnen te spotten. Het was even wachten, maar een overvloed aan dolfijnen was er zeker. De overvloed aan toeristen, die, net als wij, allemaal enthousiast met hun bootje dichtbij wilden komen, maakte het geheel helaas een stuk minder aangenaam.

Na een voorproefje op Bali, scheidden onze wegen even. Ik vertrok naar Nusa Lembongan, een eiland, ten zuidoosten van Bali, terwijl Rianne en Mischa een rondje Lombok deden in drie dagen. Daarvoor had ik alles mooi voorbereid met Sandi, die ook onze gids was geweest.

Nusa Lembongan (of Lembongan Island) was weer een waar paradijsje. De witte stranden, vol aangespoeld koraal, mooie golven in de verte. Helaas kwam ik hier niet om te surfen, ik had een ander doel: duiken!

Van Cam en Shanti, het Canadese stel dat ik op Karimunjawa had ontmoet, had ik de tip gekregen om zeker naar dit kleine eiland te gaan, waar ik prachtig zou kunnen duiken bij Blue Corner Dive, een duikshop van vrienden van hen.

Op het moment dat ik aankom bij Blue Corner Dive, komt het duikgevoel al in me naar boven. Duikpakken hangen te drogen, de grote flessen met perslucht staan opgeslagen in een hutje, bakken om de spullen te wassen staan op het strand en er is ook een mooi zwembad, waar de beginners hun eerste onderwater ervaring op kunnen doen. Op de patio zit een Indonesische man tussen een berg van regulators (regulator = het mondstukken en meters aan slangen, met een verbindingstuk voor de fles). De man blijkt Made te heten en is een dive master, hij brengt me naar Andrew, de baas en tevens de vriend van Cam en Shanti. De hele onderneming ligt op het strand, zo'n 50 meter van het diepblauwe water. Andrew is ontzettend aardig en staat open voor mijn ambitieuze plannen, ik wil namelijk mijn advanced diving certificate halen in 2,5 dag, terwijl daar normaal minimaal 3 dagen voor staan.

Als je wat wilt, moet je het ook goed doen. Dus die dag maak ik al drie duiken van de vijf die benodigd zijn voor het certificaat. Het gaat om speciale duiken, ieder met een eigen doel. Zo begin ik met een navigatieduik, worstelen met kompassen en heel hard proberen oriëntatiepunten te onthouden. De tweede duik is een drift dive, wat inhoud dat er een stroming staat die je over het rif doet zweven. Aangezien het water ongelofelijk helder is, de riffen onaangetast en de vissen overvloedig, maakt dit zeker mijn mooiste duikervaring tot nu toe. Het voelt alsof we vliegen over de imposante koraalriffen, in alle ontspanning zwemmen de vissen om ons heen en met ons mee, ik voel me letterlijk als een vis in het water hier.

Na mijn eerste twee duiken met Andrew, maak ik die avond nog een nachtduik met Made. Er gaat ook een groep Europese jongeren mee, die hetzelfde aan het doen zijn als ik. De nachtduik is niet echt mijn ding, het griezelige sfeertje is niet te beschrijven en de onoverzichtelijke desoriëntatie al helemaal niet. De vissen lijken allemaal te zijn gevlucht en ik zit alleen te wachten tot ik tegen een zeeduivel, octopus of en grote haai aanzwem. Hoewel het niet erg ontspannen voelt, is het ook wel weer speciaal. Met onze zaklampen schieten de lichtbundels links en rechts in de rondte, het is net als in de films...

Uiteindelijk bleken we zelf de enige zeemonsters in het rif, dus dat scheelt weer. De volgende dag staan alweer de laatste 2 duiken op de planning met Made. We doen een diepe duik, tot 30 meter, waar het allemaal net wat kouder, donkerder en kleurlozer is. De laatste duik besteden we aan ‘Fish ID’. Tussen alle duiken door heb ik wat in het boek kunnen studeren, en met deze duik word ik overhoord over mijn vissenkennis. Ik heb er in ieder geval veel van geleerd en genoten. Helaas is daarmee het duiken wel weer even voorbij. Het is tijd om me weer bij mijn reisgezelschap op Lombok te voegen morgen.

Ik heb in mijn 5 duiken in ieder geval genoeg gezien. Waar de riffen op zich al genoeg zijn, heb ik toch ook mooi ontelbaar veel butterfly - en angelvissen gezien, een zeeslang, triggervissen en een enorme barracuda (toch zeker 2 meter?). In de magische onderwaterwereld is teveel te zien om op te noemen, maar ik heb in een geweldige tijd gehad, grotendeels onderwater welteverstaan.

Op Lombok, zie ik Rianne, Mischa en Sandi weer. We slapen een nachtje in zuid-Lombok, voordat we naar het noorden rijden om de boot naar de Gili's te nemen.

Eenmaal op de Gili's, ben ik weer helemaal terug in de relaxte sfeer, het blijft een bijzondere plek. We eten verse vis op het strand als avondeten, met een rustige zonsondergang. Tijdens het eten voelt Mischa zich niet lekker, dus hij besluit om op tijd in bed te gaan.

De volgende dag doen we nog even rustig aan. Mischa heeft een flinke koorts, dus we laten een boottripje wachten tot morgen. Ri en ik maken een mooie wandeling om het hele eiland en snorkelen wat voor ons eigen strandje, terwijl Mischa deze kater even uitslaapt, want het lijkt gewoon een flinke zonnesteek.

Tijdens het snorkelen zwem ik met Ri naar de juiste diepte om zeeschildpadden te spotten. Aan de rand van het rif, waar je je best moet doen om de bodem goed te zien, daar huizen honderden (of meer) zeeschildpadden, heb ik me laten vertellen.

Na een geduldige snorkeltocht van 25 minuten zie ik ineens in de diepte een plateau liggen. Met een kleine schok besef ik me dat dit er één moet zijn. Ik duik naar beneden en terwijl ik dichterbij kom, zie ik pas de mooie kop van het beest. Hij draait zijn hoofd en lijkt me aan te staren. In extase roep ik Rianne erbij, die er ook nog even van kan genieten, maar eigenlijk is ze al best moe van al het gezwem en stiekem een beetje bang voor het grote beest!

Na zeker tien minuten is Rianne toch maar terug gezwommen en hang ik nog geïntrigeerd boven de schildpad. Helaas blijft elke vorm van actie uit en is het ook weer niet zo interessant... Terwijl ik daar rustig naar beneden lig te turen, lijkt het alsof er iets in mijn ooghoek beweegt. Als ik opzij kijk, zie ik pas echt een zeeschildpad! Op zo'n twee meter van mij, zwemt hij me voorbij. Weer helemaal opgewonden en enthousiast staar ik, terwijl hij me echt lijkt aan te kijken. Waarschijnlijk net zo nieuwsgierig als ik, zwemt hij een rondje om me heen. We maken samen een duikje de diepte in, voordat ik moet opgeven en hij verdwijnt in het oneindige blauw. Wow, swimming with turtles, echt prachtig...

De dag erna voelt Mischa zich nog niet erg goed. Toch besluiten we de boottocht om Gili Meno te maken, langs een mooi rif met een schipwrak, naar een bijzondere steen met grappige anemoontjes en als laatst nog een plek om zeeschildpadden te spotten. Voor Mischa is het wel zwaar, dus Rianne en Mischa gaan daar aan de kant, het strand op. Omdat ik toch zeker nog één wil zien, blijf ik nog even dobberen. Gili Meno is een absoluut schildpadden paradijs, want hier zie ik nog 3 schildpadden, wat het totaal op 6 brengt, want we zagen eerder die dag samen ook al één.

Uitgeput en voldaan keren we terug naar onze huisjes en rust iedereen wat uit.

Mischa voelt zich nu helemaal niet goed en die koorts blijft ook hoog. Is dit nou een zonnesteek die weer opwaait na een dagje op de boot? Eigenlijk moet hij toch echt even naar de dokter, we willen geen rare dingen. Vanwege stormachtig weer gaat de boot al een paar dagen niet, maar ons wordt beloofd dat het misschien morgen lukt. En zo snel gaat het: de dag erna zitten we op Bali, in een prachtig resort aan zee. Een zwembadje, uitkijkend over de zee. Het eerste wat we nu doen is een medisch centrum opzoeken. Daar worden de benodigde tests gedaan en moet het bloed gaan uitwijzen of het misschien Malaria is, Dengue, buiktyfus of toch niets specifieks.

Na een rustige middag en avond liggen we op tijd in bed, in onze mooiste kamer tot nu toe. Om 11 uur in de nacht gaat de telefoon, de vrouw van het medisch centrum laat ons weten dat ze een ambulance sturen. Met schrikbarend lage bloedplaatjes en hoogstwaarschijnlijk een infectie met het dengue virus is het een kritieke toestand en moet hij naar het ziekenhuis...

Een beetje uit het veld geslagen blijf ik een nachtje alleen in de grote kamer, met bijna alle bagage voor 3. De volgende ochtend vertrek ik vanuit Candi Dasa (Oost-Bali) naar Den Pasar, waar Mischa ligt in het ziekenhuis Ibu Kasih. Het gaat er vooral om dat hij onder controle blijft, verder is er niet echt een behandeling. De dokter zegt dat het misschien beter is om de vlucht te verzetten, of 'hopen' dat de situatie net optijd stabiliseert, zodat ze vanuit het ziekenhuis rechtstreeks het vliegveld op kunnen.

Het laatste is ongeveer hoe het gaat. Ik blijf zelf nog drie daagjes, waarvan Ri en ik er eentje spenderen in het heftige waterpark in Kuta, waar we ook met Marleen afspreken, een goede vriendin van Rianne. Toevallig en raar om elkaar zomaar hier te zien, maar erg leuk.

Rianne en Mischa zitten dus vast in het ziekenhuis, helaas is er daar vrij weinig te doen. Ik besluit om een dagje eerder naar Yogya te gaan, om rustig alles af te sluiten en dan vanuit daar terug te vliegen.

Alsof het geluk op was, krijg ik zelf ook koorts in Yogya. In de twee dagen voel ik me niet goed en zit er weinig pit in. Er is niks aan te doen, de tijd verstrijkt. En dan ineens is de dag aangebroken dat ik terug moet vliegen. Na 6 maanden is het avontuur voorbij, tenminste: voor nu.

Nu ik dit laatste verhaal post, ben ik alweer ongeveer een maand terug.

In Nederland terug aangekomen blijkt het nog winter in maart! Kou en sneeuw doen me geen goed, dus de eerste week breng ik binnen door, onder stapels dekens en in warme kleren. Vervolgens kom ik rustig weer in de roulatie, want het onderzoeksverslag moet nog wel worden uitgewerkt. Na drie weken loopt alles pas echt weer lekker en nu, na een maand, ben ik geloof ik weer helemaal terug. Deze aanpassing terug had ik dus onderschat. Nu, net op tijd, kan ik weer functioneren, dus volgende week ben ik klaar voor een nieuwe uitdaging: coschappen.

Indonesië is nu dan ver weg, maar blijft toch bij me. Dit halve jaar was een geweldige ervaring, een super tijd. Ik mis het leven daar, terwijl ik ook blij ben hier weer te zijn. De zomer die eindeloos leek is nu voorbij. Ik heb veel geleerd en gedaan, dus dat neem ik voor altijd mee.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!