leonstoepker.reismee.nl

Prettige weekenden en een gelukkig nieuwjaar

Het is weer tijd voor een update. De tijd vliegt voorbij! Er zijn alweer weken gepasseerd, terwijl het lijkt of mijn laatste reismee-post nog zo recent was.

De stage begint eindelijk te lopen. Mijn afspraak met Abid wierp binnen een paar dagen zijn vruchten. Hij kon me niet direct met de dossiers en registratieboeken laten werken, maar na 2 dagen ronddwalen en rondvragen vond hij het eigenlijk ook allemaal wel best. Hij kende me, mijn begeleider en mijn plan. Dus die week mocht ik de boeken in, zonder officiële goedkeuring. Bergen met data staan her en der verspreid weergegeven. Na 2 weken dagelijks normale werkdagen maken had ik dan mijn lijst, een fantastische lijst van 60 patiënten, hiermee gaan we verder!

Het werken is een stuk vermoeiender dan wat ik voorheen deed (meelopen, rondkijken, nadenken en wachten). Daarom worden de weekenden extra belangrijk om te genieten.

Dhinar kwam met een plan. Hij is de arts-assistent die me de eerste weken mee nam op de afdelingen, en wie ik nu zeker beschouw als een goede vriend.

Woensdagochtend om 9u zat Dhinar al te wachten in de HIV-kliniek. Zijn moeder zou de volgende dag terugkomen van haar pelgrimstocht naar Mekka, wat een belangrijke familieaangelegenheid zou worden. In zijn geboorteplaats Cilacap, komt de hele familie samen om haar te verwelkomen. Bij deze was ik uitgenodigd om mee te gaan, daarna zou Dhinar's nicht, Titis, mij daar de omgeving laten zien. Enige obstakel: vertrek, morgen 5.00 vanuit Yogya.

Helaas lukte dat niet helemaal, aangezien dr. Yanri eerst een update wilde van het onderzoek. Gelukkig was deze update vrij positief en was zij net zo blij met mijn werk als ik al was. Daarom nam ik donderdagmiddag de bus naar Cilacap en kwam daar in de loop van de avond aan.

Cilacap is nog net een stadje te noemen, maar is vrij klein en uitgestorven. Dhinar pikt me op van het busstation. Direct na mijn aankomst rijden we door naar de grootste Moskee van de stad, waar blijkbaar bussen vol met mensen terugkomen van deze belangrijke tocht. Het onthaal is emotioneel en feestelijk! Wat ontzettend bijzonder dat ik daar als enige blanke tussen sta te kijken. Ik word niet eens raar aangekeken, want iedereen heeft wel wat anders aan zijn hoofd. Eenmaal thuis in het ouderlijk huis is er een overvloed aan lekker eten. Er wordt me weer meer eten toegeschoven dan ik op kan, maar wat kan ik anders dan het respectvol opeten?

De volgende ochtend word ik heerlijk rustig wakker in het huis van de oom van Dhinar. Titis is ontzettend aardig en spreekt, als Engels lerares, vrij goed Engels. Ze heeft een indrukwekkend programma voor het weekend. De eerste dag reizen we via Purwokerto, naar Baturaden, een soort park tegen de bergen aan. Het is een prachtig stukje Indonesië. We lopen langs watervallen, ik neem een bad in de warme zwavel-waterbronnen, en als klap op de vuurpijl komen we aan bij een waterval waar ik vanaf mag springen. Vrij spannend, want het water is helemaal niet diep. Maar anderen doen het ook! Zoals het in de films gaat, vanaf de rotsen, het koele water en de adrenaline. Dit alles in deze prachtige omgeving doen me weer beseffen hoe gelukkig ik moet zijn. Het lijkt bijna alsof deze fantastische plekjes mij vinden, want zonder te hard te zoeken, beland ik van de één in de ander.

De indrukwekkende agenda zette zich de volgende dag voort. Na een ontbijtje in Cilacap, rijden we ruim 2 uur naar het westen en bereiken daar Pangandaran. Ik heb gelezen dat je hier mooie stranden hebt en goed kan surfen. Maar wat wij gaan doen is veel leuker: body-raften in de Green Canyon, met het hele gezin van Titis.

Met een jeep rijden we de jungle in, vervolgens bereiken we de rivier na een trektochtje van 30 minuten. We stoppen bij een grote vleermuisgrot aan het water. Onze groep bestaat uit 10 mensen, waarvan 3 gidsen. Ik ben de enige niet-Indonesiër. De anderen zijn allemaal lichtelijk gespannen, aangezien ze niet of nauwelijks kunnen zwemmen. Voor mij is dat vrij komisch om te zien en moeilijk in te beelden.

Even later plonsen we voor de grot het water in en drijven met de stroom mee naar beneden. De rivier is aan beide zijden omgeven door hoge begroeide stenen wanden, zoals de naam (Green Canyon) al doet vermoeden. Het normaal zo groene water is vandaag modderbruin gekleurd, vanwege de overvloed aan regen! Voor mij geen probleem, de begroeiing aan beide kanten is groen genoeg en het water is vrij wild, waardoor het een geweldig avontuur wordt. Langzaam drijvende delen worden afgewisseld met stroomversnellingen en watervalletjes, we klimmen in de grotten aan de wand en komen zo halverwege aan in een grote grot. De grot kan op twee manieren worden verlaten: klim naar beneden en plons in de stroomversnelling óf klim naar boven en spring van een grote rots naar het midden van de rivier. Samen met een van de gidsen waag ik die sprong! Met een flinke sprong laat ik de grot achter me en laat ik me meevoeren met de stroming. Avontuur, actie en volop natuur op deze prachtige plek overtreffen misschien wel alles wat ik hiervoor heb gezien! Wat is dit gaaaf!

Die avond sluiten we mijn verblijf af met Hollandse pannenkoeken, als dank voor alles laat ik ze een culinair hoogstandje uit Nederland proeven. Het gebaar wordt gewaardeerd en volgens mij kunnen ze ook best genieten van deze Hollandse snack. Als laatst wil ik even afscheid nemen van de huispapegaai, Riko. Ik voel wel een band, nadat ik hem in de dagen ervoor melk en bananen heb gevoerd. Dus ik pak het touwtje waar hij aan vast zit, in de hoop dat hij op mijn hand komt zitten. Ik weet even niet wat me overkomt als Riko vol overtuiging zijn snavel in mijn middelvinger zet. Terwijl ik probeer te verwerken wat er net gebeurde, neemt hij nog een hap uit mijn vinger. Snel geef ik de vogel aan Yusuf, het broertje van Titis.

Okee vogel, onze vriendschap was nog te vers…

De week erop was in het ziekenhuis niet erg veel te doen. Het is wachten tot ik een pas krijg om de 'medical records room' in te gaan, waar ik alle data over mijn 60 patiënten hoop te vinden.

Die donderdag was het Islamitisch nieuwjaar, voor mij weer een heerlijk lang weekend. Raffi kwam met het voorstel om in Solo de ceremonie op de vooravond van het Islamitisch nieuwjaar in het paleis bij te wonen. Daarna kon ik een paar dagen in Bakalan verblijven.

In traditionele kledij gingen we naar het paleis. Het kostuum bestond uit een soort sarung, een jasje, verscheidene riemen, een dolk en een blankon (een soort kleine tulband). Hoewel het eventjes allemaal vrij comfortabel lijkt te zitten, beginnen de riemen al snel losser te raken en blijft daarmee mijn dolk niet goed zitten. Ook hadden ze geen blankon in mijn maat en begint deze in de loop van de avond te knellen. Ik krijg het idee dat mijn denkvermogen hierdoor lichtelijk wordt beperkt. Echter allemaal geen probleem, we doen het ergens voor.

Op de een of andere manier hadden we officiële uitnodigingen om bij de 'royal family' in de zaal te zitten. Dat was ook de reden, waarom we deze bijzondere kleding moesten dragen.

De ceremonie was leuk om mee te maken, hoewel ik het niet echt snapte. Het doel van de hele avond was om een route te lopen met een speciale dolk, die vervolgens in het paleis zou eindigen. Terwijl ik mijn ogen uitkijk, hoor ik gebeden, toespraken en gezang. Het valt op dat iedereen hier veel aandacht heeft besteed aan zijn uiterlijk. Terwijl ik daar onwetend alles laat gebeuren, vertelt Raffi dat de man drie rijen voor ons de koning is. Hij wijst de prinsen en prinsessen aan, en probeert uit te leggen welke andere bekende mensen hier zitten. Mij wordt het steeds onduidelijker hoe wij hier dan terecht zijn gekomen. Raffi wil het in ieder geval niet uitleggen…

Na zo'n twee uur komt de dolk binnen en is dat deel afgesloten. Vervolgens eten we nasi Liwet, een traditionele maaltijd uit Solo. Daarna schud iedereen elkaar de hand, zo schud ik de hand met de koning, zijn jongste zoon en de kroonprins. Voordat de familie zich terugtrekt in het paleis krijgen de gasten allemaal kleine geschenkjes. Om tien uur besluiten wij naar huis te gaan, waardoor we alleen missen hoe de koning twee uur later de deuren open doet en iedereen samen gaat mediteren als de klok 12 slaat.

Ik bleef nog drie dagen bij Raffi's familie. Raffi moest zelf twee dagen daarvan werken, maar ik hoefde me daarom niet minder te vermaken. Ik kom weer tot rust tijdens deze rustige dagen in Bakalan. Lekker eten, vroeg opstaan, rusten in de middag en volop genieten van het leven. Geen stress of drukte te bekennen in de weide omtrek.

Elke ochtend fiets ik langs de sawa’s naar de waterbron, die met een muurtje is omgeven, zodat je er echt kan zwemmen. De plaatselijke bevolking test mijn Bahasa Indonesia, met kleine standaard gesprekjes. Blij verrast zijn zowel zij als ik, als we met de gesprekken nog best een eind komen. Op de tweede dag begint het echter te regenen als ik aan het zwemmen ben. Ik besluit terug te gaan en tijdens de fietstocht neemt de regen alleen maar toe. Als ik aankom bij het huis, heeft de regen zich ontwikkelt tot tropische stortbui en ben ik volledig doorweekt. Hartelijk word ik uitgelachen door Raffi’s vader en oma, die buiten naar de regen zitten te kijken. ‘Mandi dulu’, nu eerst douchen!

Ook krijg ik elke dag de kans om een kijkje te nemen achter de schermen van de Javaanse keuken. In het achterhuis van de familie krijg ik Indonesische kookles van Raffi’s moeder, ze leert me echt Indonesisch koken. We maken: Rica Rica, Garang Asem, Sayur Sup, Tempe goreng, Sambal tomat en Burjo. Een overvloed aan smaak, geuren en kleuren!

Raffi kan erg genieten van het feit dat ik me zo vermaak bij zijn familie. De taalbarrière is aanwezig, maar we redden ons goed. Aan het eind van de dag kunnen we samen hartelijk lachen om de misverstanden en onduidelijkheden waar we niet uit kwamen, als Raffi aan beide kanten kan vertalen en uitleggen.

Op mijn laatste avond in Bakalan, bak ik weer pannenkoeken, om ook hen iets te laten zien en proeven uit mijn land. Het gebaar wordt wederom gewaardeerd. De moeder en oma van Raffi nemen een hap van de pannenkoek en zeggen dat ze het lekker vinden. Hun gezicht doet echter anders vermoeden, wat wordt bevestigd door het feit dat ze allebei de pannenkoek snel (en bijna ongezien) doorgeven aan hun buurman, als ik de andere kant op kijk. Toch jammer dat ik ze er niet echt blij heb kunnen verrassen. Misschien is het beter om niet te proberen te koken voor iemand die zelf al zo goed kookt…

De dagen daarna is het weer even wennen om alleen te zijn in Yogya, het voelde wel heel vertrouwd en als een familie in Bakalan. Kort daarvoor was ik ook al zo hartelijk ontvangen in Cilacap.

Wat een gastvrijheid, wat een geweldige mensen en wat een mooie plekjes heb ik weer gezien. Mooie dingen om aan terug te denken…

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!